ECLI:NL:CRVB:2004:AP2371
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- R.C. Stam
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van loon uit dienstbetrekking en verzekeringsplicht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de vaststelling van het loon uit dienstbetrekking. De zaak is ontstaan na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002, waarbij het Uwv in de plaats is getreden van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). Appellante, vertegenwoordigd door mr. J. Bredewoud RA, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle van 4 januari 2002, waarin het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. De zaak werd behandeld op 28 april 2004, waarbij appellante niet aanwezig was en gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. F. Verhaart.
De kern van het geschil betreft de vraag of het bestreden besluit van het Uwv, dat betrekking heeft op de premieheffing over het loon van betrokkenen, in stand kan blijven. Gedaagde had vastgesteld dat appellante het loon van betrokkenen, die eerder als vennoten van een failliete onderneming werkten, te laag had vastgesteld. Dit leidde tot aanvullende premieheffing over de jaren 1995 tot en met 1998. Appellante betwist de verzekeringsplicht van betrokkenen en stelt dat er geen premie verschuldigd is. De Raad heeft vastgesteld dat er eerder al door gedaagde was beslist over de verzekeringsplicht van betrokkenen en dat appellante hen in de loonadministratie had verantwoord.
De Raad concludeert dat er geen nieuwe feiten zijn die de verzekeringsplicht van betrokkenen in twijfel trekken. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2004.