ECLI:NL:CRVB:2004:AP0602
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- R.M. van Male
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verschoonbaarheid van termijnoverschrijding bij bezwaar tegen herziening uitkering
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding bij het indienen van bezwaar tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Appellant, vertegenwoordigd door mr. dr. G.P. Dayala, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk had verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, maar appellant betwistte dit in hoger beroep. Hij voerde aan dat hij lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type, waardoor hij in een psychotische toestand verkeerde rond de datum van het besluit.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 6 april 2004. Tijdens de zitting werd het medische verslag van de behandelend arts van appellant, D. Schoonbrood, ingediend, waaruit bleek dat appellant in de twaalf jaar voorafgaand aan de zitting meerdere psychoses had doorgemaakt, maar dat hij op 14 december 2001 hersteld was en weer aan het werk was. De Raad concludeerde dat appellant niet gedurende de gehele bezwaartermijn op medische gronden niet in staat was om bezwaar te maken.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons als voorzitter en mr. J.M.A. van der Kolk-Severijns en mr. R.M. van Male als leden, in aanwezigheid van mr. I.D. Veldman als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 18 mei 2004.