ECLI:NL:CRVB:2004:AO8988
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 april 2004 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van de opposant, die niet tijdig het verschuldigde griffierecht had betaald. Het hoger beroep was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 juli 2003, waarin de opposant niet-ontvankelijk was verklaard. De opposant, vertegenwoordigd door S.A. Merkus, diende een verzetschrift in tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 7 april 2004 was de opposant aanwezig, maar de geopposeerde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, was niet vertegenwoordigd.
De Raad overwoog dat het griffierecht van € 87,-- niet binnen de gestelde termijn van vier weken was betaald, zoals aangegeven in een aangetekende brief van de griffier van 22 september 2003. De Raad concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de opposant niet in verzuim was geweest. De Raad benadrukte dat bij girale betaling de datum van bijschrijving op de bankrekening van de Raad bepalend is. In dit geval was het griffierecht pas op 21 oktober 2003 bijgeschreven, wat na de deadline viel.
De Raad verklaarde het verzet ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing dat de opposant niet tijdig had voldaan aan de betalingsverplichting, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.