ECLI:NL:CRVB:2004:AO8521
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 april 2004 uitspraak gedaan in het hoger beroep van opposante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De Raad had eerder op 9 december 2003 het hoger beroep van opposante niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Opposante heeft hiertegen verzet aangetekend, waarna partijen op 7 april 2004 zijn gehoord. Opposante was aanwezig, maar de geopposeerde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, was niet vertegenwoordigd.
De Raad heeft in zijn motivering benadrukt dat het hoger-beroepschrift pas na het verstrijken van de termijn ter griffie is ontvangen. De enveloppe waarin het beroepschrift was verzonden, was gestempeld op 16 oktober 2001, wat na de deadline van 12 oktober 2001 viel. De Raad heeft vastgesteld dat opposante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gedurende de hoger-beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen. De Raad concludeert dat het verzet ongegrond is en dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak bevestigt dat de ontvankelijkheid van het hoger beroep enkel in de uitspraak kan worden beoordeeld, en dat de tijdigheid van de indiening van het beroepschrift cruciaal is voor de ontvankelijkheid. De Raad heeft de uitspraak van 9 december 2003 als juist bevestigd, waarbij het hoger beroep van opposante niet-ontvankelijk werd verklaard.