ECLI:NL:CRVB:2004:AO5441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanvragen voor bijzondere bijstand voor opslagkosten
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Zutphen met betrekking tot zijn aanvragen voor bijzondere bijstand voor opslagkosten. De aanvragen betroffen de perioden van 28 maart 2001 tot 28 juni 2001 en van 28 juni 2001 tot 28 september 2001. De gemeente Winterswijk, als gedaagde, had deze aanvragen afgewezen, wat appellant niet kon accepteren. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 27 januari 2004 behandeld, waarbij appellant in persoon aanwezig was, terwijl de gemeente zich niet vertegenwoordigde.
De Raad heeft in zijn overwegingen gekeken naar eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 28 oktober 2003, waarin werd geoordeeld dat er geen noodzaak meer bestond voor het opslaan van de inboedel van appellant na zijn verhuizing. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten voor opslag niet als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt volgens artikel 39 van de Algemene bijstandswet (Abw). De Raad heeft geconcludeerd dat de aanvragen van appellant voor bijzondere bijstand voor opslagkosten niet voldoen aan de criteria voor noodzakelijke kosten, en heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken op 2 maart 2004, en bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank Zutphen, voor zover deze zijn aangevochten. De zaak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder bijzondere bijstand kan worden verleend, en de noodzaak voor aanvragers om aan te tonen dat de kosten noodzakelijk zijn.