ECLI:NL:CRVB:2004:AO4199
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- Rechtspraak.nl
Schorsingsbesluit en ontslag van ambtenaar in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Alkmaar met betrekking tot zijn schorsing en ontslag als ambtenaar bij de politieregio Brabant-Noord. Appellant was per 1 februari 2000 aangesteld als agent, maar werd in december 2000 buiten functie gesteld in verband met een disciplinair onderzoek en een strafrechtelijk onderzoek. Op 19 januari 2001 werd appellant geschorst, maar deze schorsing kon pas op 24 maart 2001 aan hem worden overhandigd, terwijl zijn dienstverband op dat moment al was beëindigd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestuursorgaan niet bevoegd was om het primaire besluit in bezwaar te handhaven, omdat appellant op dat moment niet meer als ambtenaar in dienst was. Dit leidde tot de conclusie dat het schorsingsbesluit zinledig was en dat het bestuursorgaan onterecht een procedure had uitgelokt.
Daarnaast werd vastgesteld dat appellant niet tijdig bezwaar had gemaakt tegen zijn ontslag, wat leidde tot de bevestiging van de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de persoonlijke problemen van appellant niet voldoende waren om de termijnoverschrijding te rechtvaardigen. De Centrale Raad van Beroep vernietigde het besluit van 19 december 2001 en het schorsingsbesluit van 19 januari 2001, maar bevestigde de uitspraak met betrekking tot het ontslag. Tevens werd het bestuursorgaan veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.288,- bedroegen, en moest de politieregio het griffierecht van € 274,- vergoeden.