ECLI:NL:CRVB:2004:AO2514
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet voldoen aan connexiteitsvereiste
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen, waarbij hij verzocht om een voorlopige voorziening op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het verzoek was gericht tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk inzake een aanvraag voor bijzondere bijstand. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk is, omdat niet is voldaan aan het connexiteitsvereiste. Dit vereiste houdt in dat er een directe relatie moet zijn tussen het verzoek om voorlopige voorziening en de hoofdzaak waartegen hoger beroep is ingesteld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend in het kader van een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De beslissing van de rechtbank betrof een besluit op bezwaar van gedaagde, maar het onderhavige verzoek om voorlopige voorziening had geen betrekking op deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft verder opgemerkt dat verzoeker in zijn verzoek verwees naar eerdere uitspraken en mededelingen, maar deze waren niet relevant voor de beoordeling van het connexiteitsvereiste.
De voorzieningenrechter heeft ook benadrukt dat een verzoek om herziening van een onherroepelijk geworden uitspraak slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden toegewezen, en dat nieuwe feiten of omstandigheden die na de uitspraak opkomen, niet kunnen leiden tot herziening. Gezien het feit dat niet is voldaan aan het connexiteitsvereiste, heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er een zitting nodig was.