ECLI:NL:CRVB:2004:AO2066
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- A. Beuker-Tilstra
- J.H. van Kreveld
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van disciplinaire ontslag en afwijzing uitkering op basis van de Uitkeringsregeling IBG
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 18 april 2002, waarin het beroep tegen de afwijzing van zijn uitkeringsverzoek door de Informatie Beheer Groep (IBG) ongegrond werd verklaard. Appellant, die werkzaam was bij de IBG, kreeg op 20 november 2000 een disciplinaire ontslagmaatregel opgelegd. Dit ontslag leidde tot een verzoek om een uitkering wegens werkloosheid, dat door de IBG werd afgewezen. De rechtbank bevestigde deze afwijzing, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellant erkende dat hij zich niet altijd aan de gemaakte afspraken met zijn werkgever heeft gehouden, maar betwistte de rechtmatigheid van zijn ontslag. De Raad oordeelde dat het ontslag aan eigen schuld van appellant te wijten was, waardoor hij geen recht had op een uitkering volgens de Uitkeringsregeling IBG. De Raad verwees naar eerdere uitspraken en concludeerde dat de afwijzing van de uitkering door de IBG terecht was.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om de proceskosten te vergoeden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 januari 2004, waarbij de betrokken rechters en de griffier aanwezig waren. De zaak werd behandeld op de zitting van 21 november 2003, waar appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, terwijl gedaagde niet aanwezig was.