ECLI:NL:CRVB:2003:BB5458
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheidsuitkering en toepassing van Europese regelgeving
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van betrokkene, die in Spanje woont, tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de afwijzing van een verzoek om toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, dat is gedaan op basis van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW). De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit van het Uwv vernietigd, met de opdracht om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Het Uwv heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij het stelde dat de termijn van zes weken te kort was om de benodigde informatie vanuit Spanje te verkrijgen en te verifiëren.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 29 augustus 2003. Tijdens de zitting waren de advocaat van betrokkene, mr. De Roy van Zuydewijn, en mr. I.F. Pardaan namens het Uwv aanwezig. De Raad overweegt dat de bepalingen van de Europese regelgeving, met name Verordening (EEG) nr. 1408/71, niet in de weg staan aan de nationale wetgeving die bepaalt onder welke voorwaarden iemand recht heeft op een uitkering. De Raad concludeert dat betrokkene niet anders wordt behandeld dan een Nederlander en dat de voorwaarden voor aansluiting bij de WAO ook voor hem gelden.
De Raad wijst ook het beroep van betrokkene op artikel 43a van de WAO af, omdat zijn uitkering voor 30 december 1990 is ingetrokken. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen termen zijn voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 21 november 2003, waarbij de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.