ECLI:NL:CRVB:2003:AO6342
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- J.P. Schieveen
- G.L.M.J. Stevens
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering voor Sinti en Roma op basis van bloedverwantschap
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de Rechtbank 's-Hertogenbosch. De appellante, vertegenwoordigd door mr. J.C.M. van Berkel, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een uitkering als rechtstreeks belanghebbende door de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat alleen de grootmoeder van moederszijde van appellante een Sentezza was, terwijl haar vader geen Sinto was. De Raad oordeelde dat de afwijzing terecht was, omdat de doelgroep voor de uitkering strikt was gedefinieerd op basis van bloedverwantschap en niet op culturele of maatschappelijke banden.
De Raad verwees naar het besluit van de Nederlandse regering om compensatie te bieden aan de Sinti- en Romagemeenschap voor de tekortkomingen in het naoorlogse rechtsherstel. De Raad benadrukte dat de regels voor de uitkering, zoals vastgelegd in het Uitkeringsreglement, in overleg met vertegenwoordigers van de Sinti- en Romagemeenschap waren opgesteld. De Raad vond geen gronden om de eerdere uitspraak van de rechtbank te weerleggen en bevestigde deze. De Raad oordeelde ook dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenvergoeding, aangezien de grieven van appellante niet gegrond waren.
De uitspraak bevestigt de strikte toepassing van de regels omtrent de doelgroep voor uitkeringen en benadrukt het belang van bloedverwantschap in de beoordeling van aanvragen. De Raad concludeerde dat de aangevochten uitspraak van de rechtbank voor bevestiging in aanmerking kwam, en dat de gemaakte fouten in eerdere beslissingen niet tot herhaling van die fouten verplichten.