ECLI:NL:CRVB:2003:AO0596
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- H.G. Rottier
- A.F.M. Brenninkmeijer
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig besluit en vergoeding van kosten in bezwaarfase
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake de vergoeding van kosten in de bezwaarfase. De zaak is ontstaan na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002, waarbij het Uwv het Landelijk instituut sociale verzekering (Lisv) verving. Appellante, vertegenwoordigd door mr. J.D. Schouten, heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 januari 2001, die het bezwaar van appellante tegen een eerder besluit van 20 mei 1999 ongegrond had verklaard.
De Raad heeft de zaak behandeld op 18 september 2003, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en gedaagde door mr. F. Gerritsma. De kern van het geschil betreft de vraag of het bestuursorgaan tegen beter weten in een onrechtmatig besluit heeft genomen, wat zou leiden tot vergoeding van de kosten die appellante in de bezwaarfase heeft gemaakt. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het onderzoek dat aan de primaire besluiten ten grondslag lag niet volledig was, maar dat dit niet voldoende was om te concluderen dat de besluiten tegen beter weten in waren genomen.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat gedaagde niet tot het opleggen van correctienota's had kunnen komen zonder een deugdelijk voorbereidend onderzoek. De Raad overweegt dat, hoewel het onderzoek pas na de bezwaren is gestart, dit niet betekent dat het primair besluit onrechtmatig was. De Raad bevestigt dat de bezwaarschriftprocedure gericht is op bestuurlijke heroverweging en herstel van fouten, en dat kosten in beginsel voor rekening van de betrokkene blijven, tenzij er sprake is van ernstige gebreken in de besluitvorming.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er zijn geen termen aanwezig voor vergoeding van de kosten in de bezwaarfase, zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.