ECLI:NL:CRVB:2003:AO0351
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- T. Hoogenboom
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de hoogte van het verlengde wachtgeld voor ambtenaar in het hoger beroepsonderwijs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, een ambtenaar in het hoger beroepsonderwijs, tegen de uitspraak van de rechtbank Assen. Appellant heeft op 18 december 2001 beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waarin de hoogte van zijn verlengde wachtgeld is vastgesteld op 40% van zijn laatstelijk genoten bezoldiging. Appellant was per 1 januari 1990 ontslagen op zijn verzoek, met gebruikmaking van de 50+ regeling, en ontving vanaf dat moment wachtgeld. De hoogte en duur van het wachtgeld waren vastgesteld volgens de geldende regelgeving, maar appellant meende dat hij recht had op een hoger percentage van 70% van zijn LGB, gebaseerd op verwachtingen die hij had ontleend aan eerdere communicatie van de Minister en het Sociaal Beleidskader HBO.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 30 oktober 2003, waarbij appellant in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat. De Raad heeft vastgesteld dat de hoogte van het wachtgeld in overeenstemming is met het Invoeringsbesluit en dat appellant niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op een hoger percentage. De Raad oordeelt dat appellant onvoldoende informatie heeft ingewonnen over zijn rechten voordat hij om ontslag vroeg, en dat hij een risico heeft genomen door enkel af te gaan op het Sociaal Beleidskader. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bestreden besluit terecht in stand is gelaten.
De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2003, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigt. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenvergoeding.