ECLI:NL:CRVB:2003:AO0287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- Rechtspraak.nl
Maatman en maatmaninkomen bij intreden arbeidsongeschiktheid kort voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 26 november 2003, wordt de zaak behandeld van een appellant die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De appellant, geboren in 1937, had zich ziek gemeld wegens rugklachten kort voor zijn pensioen en verzocht om een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rechtbank had geoordeeld dat de medische beperkingen van de appellant correct waren vastgesteld en dat hij in staat was om de door de bezwaararbeidsdeskundige geselecteerde functies te vervullen. Het Uwv had echter het standpunt ingenomen dat de appellant, gezien zijn pensionering, niet meer in loondienst was en dat zijn maatmaninkomen niet op zijn laatstelijk genoten loon kon worden gebaseerd.
De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de maatman bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid de gepensioneerde werknemer is die zich op de arbeidsmarkt presenteert. De Raad stelt vast dat de appellant, gezien zijn langdurige dienstverband en de omstandigheden van zijn pensionering, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoefte had aan aanvullend inkomen uit arbeid. De Raad concludeert dat de appellant geen recht heeft op een WAO-uitkering, omdat er geen wettelijke grondslag voor zijn aanvraag aanwezig is. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, evenals het bestreden besluit van het Uwv, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid rekening te houden met de specifieke omstandigheden van de appellant, zoals zijn leeftijd, opleidingsniveau en de context van zijn pensionering. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om af te wijken van de hoofdregel dat de maatman de functie is die de verzekerde laatstelijk vervulde voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid.