ECLI:NL:CRVB:2003:AN9829
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en proceskostenvergoeding in ambtenarenrechtelijke geschillen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 24 januari 2002, waarin zijn beroep tegen de handhaving van een disciplinaire straf van berisping ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 23 oktober 2003, waarbij beide partijen niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat het bestreden besluit, dat door een districtschef was genomen, onbevoegd was, omdat er geen ondermandaat was verleend. De Raad oordeelt dat het besluit had moeten worden genomen door de korpsbeheerder, en dat de rechtbank ten onrechte geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken.
De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover deze geen proceskostenveroordeling bevatte. De Raad oordeelt dat appellant terecht bezwaar heeft gemaakt tegen de bevoegdheid van de districtschef en dat de korpsbeheerder het besluit later heeft bekrachtigd. Dit betekent dat de rechtbank de proceskosten van appellant in eerste aanleg moet vergoeden, die zijn vastgesteld op € 644,-. Daarnaast heeft de Raad de proceskosten in hoger beroep vastgesteld op € 161,-, omdat de zaak als licht van gewicht werd beschouwd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing de gedaagde, de politieregio Gelderland-Zuid, veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan appellant, en heeft bepaald dat het griffierecht van € 165,- door de gedaagde aan appellant moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 december 2003.