ECLI:NL:CRVB:2003:AN8042
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- A.B.J. van der Ham
- S.K. Welbedacht
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de hoogte van de boete voor onjuiste loonopgaven
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle. De rechtbank had op 3 oktober 2000 geoordeeld dat de opgelegde boete voor het niet juist of onvolledig voldoen aan de verplichting tot het doen van loonopgaven, vastgesteld op f 5.894,--, onevenredig hoog was. De rechtbank oordeelde dat de boete gematigd diende te worden tot 5% van de ambtshalve vastgestelde premies, gezien de omstandigheden van het geval, waaronder de hoge salarissen van de betrokkenen en het voortgezette verzuim over vier jaren.
In hoger beroep heeft het Uwv aangevoerd dat de boete in beginsel terecht was vastgesteld op 25% van de premies, conform de systematiek van het Besluit Administratieve Boeten Coördinatiewet (ABC-besluit). De Raad heeft overwogen dat de rechtbank terecht opzet of grove schuld heeft aangenomen, maar dat de door de rechtbank genoemde omstandigheden niet voldoende zijn om tot een verdere matiging van de boete te komen. De Raad concludeert dat de opgelegde boete van 25% aan gedaagde de rechterlijke toets kan doorstaan en dat er geen grond is voor een lagere boete.
De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep alsnog ongegrond. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2003, met R.C. Schoemaker als voorzitter en A.B.J. van der Ham en S.K. Welbedacht als leden. De zaak is behandeld op de zitting van 21 augustus 2003, waar de vertegenwoordigers van beide partijen aanwezig waren.