ECLI:NL:CRVB:2003:AN7573
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op individuele vervoersvoorzieningen voor gehandicapten in het kader van incontinentieproblematiek
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2003, staat de vraag centraal of appellante in staat was om individueel per taxi of busje te reizen in aanwezigheid van een taxichauffeur, gezien haar incontinentieproblematiek. Appellante had eerder een aanvraag ingediend voor een bruikleenauto op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), maar deze aanvraag was door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen afgewezen. De gemeente stelde dat een vervoerskostenvergoeding de goedkoopste adequate voorziening was.
Na een ongegrondverklaring van het bezwaar door de gemeente en een daaropvolgend ongegrondverklaring van de rechtbank Amsterdam, is appellante in hoger beroep gegaan met bijstand van haar advocaat, mr. R.J. Kwakkel. Tijdens de zitting op 9 september 2003 heeft appellante haar standpunt toegelicht, terwijl de gemeente zich niet liet vertegenwoordigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden zoals weergegeven door de rechtbank als uitgangspunt genomen. De Raad concludeert dat er geen medische of sociale gegevens zijn die erop wijzen dat appellante niet in een taxi of busje zou kunnen verblijven met een taxichauffeur aanwezig. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bestreden besluit in stand blijft. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de mogelijkheden voor vervoersvoorzieningen voor gehandicapten, waarbij de specifieke omstandigheden van de aanvrager in acht moeten worden genomen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak en wijst de aanvraag voor een bruikleenauto af.