ECLI:NL:CRVB:2003:AM0213
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- F.A.M. Stroink
- Rechtspraak.nl
Weigering van overgangsregeling reiskosten voor ambtenaar na herstructurering
In deze zaak heeft appellant, werkzaam als paardenverzorger/chauffeur bij het korps Rijkspolitie, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht. Appellant verzocht om in aanmerking te komen voor een overgangsregeling betreffende reiskosten, die voor zijn collega's was getroffen na een herstructurering van de dienst. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de situatie van appellant niet gelijk was aan die van zijn collega's, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Appellant was in 1991 overgeplaatst naar een andere locatie, maar de regeling die in 1998 voor zijn collega's was getroffen, gold niet voor hem. De Raad oordeelde dat de omstandigheden van appellant niet vergelijkbaar waren met die van zijn collega's, omdat zijn overplaatsing naar de nieuwe locatie in 1996/1997 was gebaseerd op persoonlijke omstandigheden en niet op de herstructurering.
De Raad concludeerde dat de weigering om de regeling op appellant toe te passen houdbaar was, ondanks dat hij feitelijk op dezelfde locatie werkte als zijn collega's. De Raad benadrukte dat de afwezigheid van een speciale regeling voor appellant bij zijn eerdere overplaatsing niet voldoende was om de regeling met terugwerkende kracht toe te passen. Het hoger beroep van appellant werd derhalve afgewezen, en de eerdere uitspraak werd bevestigd.