ECLI:NL:CRVB:2003:AL8305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- A.B.J. van der Ham
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van betalingen aan werknemers als loon onder de Coördinatiewet Sociale Verzekering
In deze zaak gaat het om de vraag of betalingen die een uitzendbureau aan drie medewerkers heeft gedaan, kunnen worden aangemerkt als loon in de zin van artikel 4 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV). De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 september 2003 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht bevestigde. De appellant, handelend onder de naam van het uitzendbureau, had in beroep gesteld dat de uitbetaalde bedragen in feite leningen waren en niet als loon moesten worden aangemerkt. De Raad overweegt dat volgens de CSV loon alles is wat uit een dienstbetrekking wordt genoten, en dat ook aanspraken op uitkeringen of verstrekkingen tot het loon behoren. De Raad concludeert dat de appellant niet heeft kunnen aantonen dat de betalingen aan de werknemers daadwerkelijk leningen waren, aangezien er geen overeenkomsten zijn overgelegd die dit onderbouwen. Bovendien zijn de bedragen in de boekhouding van de appellant als afgeschreven aangemerkt, wat de stelling van leningen verder ondermijnt. De Raad heeft ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat er geen gelijke gevallen zijn aangetoond. De uitspraak bevestigt dat de betalingen aan de werknemers als loon moeten worden aangemerkt, en dat de gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, terecht heeft gehandeld.