ECLI:NL:CRVB:2003:AL7471
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- T. Hoogenboom
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van ontslagbesluit door rechtbank
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank die het beroep tegen een ontslagbesluit niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door mr. A.G. Castermans, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 24 augustus 2001. Gedaagde, het College van bestuur van de [naam universiteit], heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Th.A. Velo. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 14 augustus 2003.
De achtergrond van de zaak betreft een besluit van gedaagde van 28 september 1999, waarbij appellant met ingang van 1 januari 2000 eervol ontslag op andere gronden is verleend. Na bezwaar heeft gedaagde op 9 maart 2000 de bezwaren van appellant ongegrond verklaard en bij een aanvullend besluit op 17 maart 2000 bepaald dat het ontslag op 1 april 2000 ingaat. De rechtbank heeft het beroep tegen de beslissing op bezwaar van 9 maart 2000 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen het besluit van 17 maart 2000 niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad stelt vast dat het aan het primaire besluit verbonden rechtsgevolg, namelijk het einde van het ambtelijk dienstverband van appellant, niet meer kon intreden. Gedaagde had nagelaten een nieuwe ingangsdatum te geven, waardoor de beslissing tot handhaving van het ontslag niet voldoende was om het beoogde rechtsgevolg te laten intreden. De Raad concludeert dat de rechtbank het beroep had moeten ontvangen en inhoudelijk had moeten behandelen.
De Centrale Raad van Beroep vernietigt de aangevallen uitspraak en wijst de zaak ter verdere behandeling terug naar de rechtbank. Tevens wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 644,-. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 25 september 2003.