ECLI:NL:CRVB:2003:AI1287
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- A.H. Hagendoorn-Huls
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- R.H. de Bock
- Rechtspraak.nl
Weigering van woningaanpassing op basis van verhuisprimaat in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten
In deze zaak gaat het om de weigering van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bergen (L.) om woningaanpassingen te verlenen aan appellant, die een handbewogen rolstoel heeft. Appellant had verzocht om aanpassingen aan zijn woning, waaronder een traplift, badlift, verhoogd toilet en beugels. De gemeente weigerde deze aanpassingen en stelde dat verhuizing naar een gelijkvloerse woning de goedkoopste en meest adequate oplossing was. Appellant ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank Roermond verklaarde het beroep ongegrond. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat, ging in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Tijdens de zitting van de Raad op 11 maart 2003 werd het onderzoek heropend. De Raad oordeelde dat de feiten zoals weergegeven in de eerdere uitspraak niet betwist waren. Appellant voerde aan dat er geen vergelijkbare huurwoning beschikbaar was en dat zijn huidige woning aanzienlijk meer woongenot bood. De Raad overwoog dat er uitzonderlijke omstandigheden waren die een uitzondering op het verhuisprimaat rechtvaardigden. De Raad concludeerde dat de gemeente niet in redelijkheid kon vasthouden aan het verhuisprimaat, gezien de financiële en sociale gevolgen voor appellant.
De Raad vernietigde het besluit van de gemeente en de eerdere uitspraak van de rechtbank, en verplichtte de gemeente om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.610,-- bedroegen, en moest de gemeente het griffierecht van € 104,37 vergoeden.