ECLI:NL:CRVB:2003:AI0608
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- Th.G.M. Simons
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Fictieve inkomsten en bijstandsverlening bij zelfstandigen onder de Algemene bijstandswet
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Commissie Sociale Zekerheid van de gemeente 's-Gravenhage ongegrond werd verklaard. Het geschil betreft de wijze waarop gedaagde de inkomsten uit arbeid van appellant, die als zelfstandig taxichauffeur werkzaam is, in mindering brengt op zijn bijstandsuitkering. Gedaagde had appellant een uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet (Abw) toegekend, maar verrekende fictieve bruto-inkomsten op basis van 20 gewerkte uren per week, wat appellant betwistte. Na bezwaar werd het aantal in aanmerking te nemen gewerkte uren vastgesteld op 10 per week, maar de verrekening van de bruto-inkomsten bleef gehandhaafd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 20 mei 2003 geoordeeld dat appellant niet als zelfstandige kan worden aangemerkt, omdat hij niet voldoet aan het urencriterium van de Wet op de inkomstenbelasting. Dit betekent dat de regels voor bijstandsverlening aan zelfstandigen niet van toepassing zijn. De Raad benadrukt dat bijstandsverlening in beginsel aanvullend is op de inkomsten uit arbeid en dat de gedaagde bij het in mindering brengen van deze inkomsten rekening moet houden met de feitelijke inkomsten en de toepasselijke wettelijke bepalingen.
De Raad concludeert dat het in aanmerking nemen van fictieve bruto-inkomsten en een fictief aantal arbeidsuren niet in overeenstemming is met de wet. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, het beroep van appellant wordt gegrond verklaard en het besluit van gedaagde wordt vernietigd. Gedaagde moet een nieuw besluit op bezwaar nemen, rekening houdend met de overwegingen van de Raad. Tevens wordt bepaald dat de gemeente 's-Gravenhage het betaalde griffierecht aan appellant vergoedt.