ECLI:NL:CRVB:2003:AG0229
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak inzake kinderbijslag en terugvordering door de Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2003 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad. Verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. G. Palanciyan, heeft het verzoek ingediend naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de Raad van 1 december 1999, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank werd afgewezen. Dit besluit hield in dat verzoeker geen recht had op kinderbijslag over een bepaalde periode en dat er een terugvordering van ten onrechte betaalde kinderbijslag plaatsvond. De rechtbank Amsterdam had eerder het bezwaar van verzoeker gegrond verklaard, maar de Raad vernietigde deze uitspraak en verklaarde het beroep ongegrond.
De Raad heeft in deze herzieningsprocedure vastgesteld dat er geen schending van voorschriften van openbare orde heeft plaatsgevonden. Verzoeker had niet aangetoond dat hij niet in staat was om zich te verweren tijdens de eerdere zitting. De Raad oordeelde dat het feit dat verzoeker niet op de hoogte was van de zitting en zijn advocaat niet meer kon bereiken, voor zijn eigen rekening komt. Bovendien was verzoeker op vakantie gegaan zonder de Raad of zijn advocaat hiervan op de hoogte te stellen.
De Raad concludeert dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aanleiding zouden geven tot herziening van de eerdere uitspraak. De Raad wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker niet heeft voldaan aan de voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht, die vereist dat nieuwe feiten of omstandigheden aan de orde zijn die een andere uitspraak zouden kunnen rechtvaardigen. De uitspraak van de Raad van 1 december 1999 blijft derhalve in stand.