ECLI:NL:CRVB:2003:AF7402
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere bijstand voor premieverhogingen ziekenfondsverzekering
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn aanvragen voor bijzondere bijstand ter dekking van de premieverhogingen van zijn ziekenfondsverzekering zijn afgewezen. Appellant had in 1999 en 2000 aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand vanwege de stijgende kosten van zijn ziekenfondsverzekering. De gemeente Amsterdam, als gedaagde, had deze aanvragen afgewezen, en de rechtbank had deze afwijzingen in een eerdere uitspraak bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de kosten van de premieverhogingen zowel betrekking hebben op de verplichte ziekenfondsverzekering als op een aanvullende ziektekostenverzekering. De Raad oordeelt dat de kosten van de nominale premie van de verplichte verzekering weliswaar noodzakelijke kosten zijn, maar dat deze niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in de Algemene bijstandswet (Abw).
De Raad bevestigt het standpunt van de gemeente dat voor de kosten in geding geen bijzondere bijstand kan worden verleend. De Raad komt tot de conclusie dat de aanvragen van appellant terecht zijn afgewezen op basis van artikel 39, eerste lid (oud), van de Abw. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 7 januari 2003, en de Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarmee de afwijzing van de aanvragen voor bijzondere bijstand in stand blijft.