ECLI:NL:CRVB:2003:AF6660
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- G. van der Wiel
- A.B.J. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht van interimmanagers in het kader van sociale verzekeringswetten
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep, gaat het om de vraag of interimmanagers werkzaam bij appellante, [B.V. X.], onder een verzekeringsplichtige arbeidsverhouding vallen. Appellante, die zich bezighoudt met interimmanagement en beleidsadvisering, is in hoger beroep gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat er geen feitelijke aanknopingspunten waren voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking, maar wel voor een arbeidsverhouding die gelijkgesteld kan worden aan een dienstbetrekking op basis van de sociale verzekeringswetten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de interimmanagers, die door appellante zijn ingehuurd, in een verzekeringsplichtige arbeidsverhouding werkzaam zijn geweest. Dit oordeel is gebaseerd op de tussenkomstregelgeving in de sociale verzekeringswetten, die stelt dat als er geen sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, er alsnog verzekeringsplicht kan bestaan op basis van de tussenkomst van een lichaam, in dit geval appellante. De Raad wijst erop dat de interimmanagers arbeid verrichten voor derden via appellante, die verantwoordelijk is voor de loonbetaling.
De Raad verwerpt de argumenten van appellante dat het zelfstandig ondernemerschap van de interimmanagers in de weg staat aan de verzekeringsplicht. De Raad stelt vast dat de interimmanagers, ondanks het ontbreken van een gezagsrelatie, verplicht verzekerd zijn op grond van de tussenkomstregelgeving. De Raad concludeert dat appellante terecht premies ingevolge de Ziektewet, Werkloosheidswet en Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering moet afdragen over de aan de interimmanagers verrichte betalingen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.