ECLI:NL:CRVB:2002:BJ7402
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- L.N. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in hoger beroep na strafontslag van ambtenaar
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 22 augustus 2002 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Verzoekster, die werkzaam was bij de Regionale Economische Ontwikkeling Midden-Limburg B.V. (REO B.V.), had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin haar beroep tegen een disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag ongegrond was verklaard. Het ontslag was gebaseerd op ernstig plichtsverzuim, waaronder het uiten van kritiek op de directeur van REO B.V. en het misleiden van de werkgever bij de indeling van haar functie.
Verzoekster verzocht om een voorlopige voorziening, inhoudende dat REO B.V. haar maandelijks een nettobedrag van € 2000,- zou betalen, zodat zij met meer kans op succes kon solliciteren. De voorzieningenrechter overwoog dat hij in het kader van de procedure als uitgangspunt nam dat verzoekster ambtenaar was in de zin van de Ambtenarenwet, en dat hij bevoegd was om van het verzoek kennis te nemen. De voorzieningenrechter concludeerde echter dat er geen spoedeisend financieel belang was bij de toewijzing van de gevraagde voorziening. Dit werd onderbouwd door het feit dat verzoekster inmiddels een nieuwe functie had gevonden, zij het voor een beperkt aantal uren per maand.
De voorzieningenrechter kwam tot de conclusie dat het verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht niet voor toewijzing in aanmerking kwam. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en werd openbaar uitgesproken. De voorzieningenrechter achtte geen termen aanwezig voor de toepassing van artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskosten werden toegewezen.