ECLI:NL:CRVB:2002:AF2653
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- G.A.J. van den Hurk
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Beëindiging bijstandsuitkering op grond van inschrijving als zelfstandige
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen, die op 1 februari 2000 werd gedaan. De zaak betreft de beëindiging van de bijstandsuitkering van appellant per 10 juli 1998, nadat hij zich had ingeschreven als zelfstandige bij de Kamer van Koophandel. Gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten, heeft de uitkering beëindigd op basis van de Algemene bijstandswet (Abw), met de stelling dat een zelfstandige geen recht heeft op bijstand, tenzij aan de voorwaarden van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) wordt voldaan. Appellant heeft echter geen beroep gedaan op het Bbz.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 27 augustus 2002, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde vertegenwoordigd was door A. Hagenbeek. De Raad overweegt dat de enkele inschrijving als zelfstandige niet voldoende is om appellant als zelfstandige in de zin van de Abw aan te merken. De Raad concludeert dat de feiten die aan het bestreden besluit ten grondslag liggen, niet de conclusie kunnen dragen dat appellant niet meer voor bijstandsverlening in aanmerking komt. Dit besluit is in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en moet worden vernietigd.
De Raad oordeelt verder dat appellant, ondanks zijn inschrijving als zelfstandige, niet heeft voldaan aan de informatieplicht die voortvloeit uit artikel 65 van de Abw. Appellant had gedaagde moeten informeren over zijn inschrijving, wat van invloed kan zijn op zijn recht op bijstand. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de beëindiging van de uitkering per 10 juli 1998, verklaart het beroep in zoverre gegrond en bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte van het besluit in stand blijven. Tevens wordt bepaald dat de gemeente Putten het griffierecht aan appellant vergoedt.