ECLI:NL:CRVB:2002:AE3907
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake weigering individuele vervoersvergoeding en aanpassingskosten auto
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de Rechtbank Assen, waarin de weigering van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen om een individuele vervoersvergoeding toe te kennen, werd bevestigd. Appellante, vertegenwoordigd door drs. J.G.A. Janssen, had eerder een aanvraag ingediend voor een vergoeding van de aanpassingskosten van haar auto, maar deze was afgewezen. De gemeente had appellante wel in aanmerking gebracht voor deelname aan het collectief vervoer, maar appellante was van mening dat dit niet voldeed aan haar behoeften, vooral omdat zij drie kinderen heeft die zij niet alleen thuis kon laten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 27 februari 2002, waarbij appellante niet aanwezig was, maar gedaagde zich liet vertegenwoordigen door mr. A.F. Teune. De Raad heeft vastgesteld dat de gemeente op basis van een GGD-advies geen medische redenen had om de aanvraag van appellante voor een individuele vervoersvergoeding te honoreren. De Raad oordeelde dat de aan appellante verstrekte scootmobiel en duwrolstoel, in combinatie met het collectief vervoer, voldoende waren om aan de zorgplicht van de gemeente te voldoen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet kon slagen, omdat niet was aangetoond dat zij meer dan incidenteel haar kinderen mee moest nemen in het collectief vervoer. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de aan appellante toegekende voorzieningen als verantwoord en adequaat konden worden beschouwd. De Raad wees erop dat de kosten van het collectief vervoer vergelijkbaar waren met die van het openbaar vervoer en dat appellante ook gebruik kon maken van haar scootmobiel voor haar vervoersbehoeften.