ECLI:NL:CRVB:2002:AE1880
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- R.M. van Male
- E.M.H. Hirsch Ballin
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake tegemoetkoming in kosten van aanpassing van een auto op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een verzoek van gedaagde om een tegemoetkoming in de kosten van aanpassing van zijn eigen auto op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). Het verzoek werd aanvankelijk afgewezen door de gemeente, die stelde dat de zoon van gedaagde, [A.], voldoende mogelijkheden had om deel te nemen aan het dagelijks leven via het Vervoer op Maat (VoM)-systeem. De gemeente betoogde dat de contacten van [A.] in andere gemeenten niet van dien aard waren dat deze onder de zorgplicht van de gemeente vielen.
De rechtbank Rotterdam oordeelde echter dat de zorgplicht van de gemeente niet beperkt is tot de gemeentegrenzen en dat de directe woon- en leefomgeving van een gehandicapte ook contacten buiten de gemeente kan omvatten. De rechtbank vernietigde het besluit van de gemeente en droeg deze op om opnieuw te beslissen op het bezwaarschrift van gedaagde.
In hoger beroep heeft de gemeente haar standpunt herhaald, maar ter zitting is een schikking tot stand gekomen. De gemeente heeft aangeboden om gedaagde een financiële vergoeding van € 6.806,70 voor de aanpassing van de auto te geven, evenals een proceskostenvergoeding. Gedaagde heeft hiermee ingestemd, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard wegens vervallen procesbelang. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de zorgplicht van de gemeente verder reikt dan alleen de eigen gemeentegrenzen.