ECLI:NL:CRVB:2001:ZB9221
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.G. Treffers
- G.A.J. van den Hurk
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake terugvordering van bijstandsuitkering en herziening van het recht op bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten [A.] en [B.] tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Roermond. De rechtbank had op 15 november 1999 een uitspraak gedaan over de beëindiging en herziening van de bijstandsuitkering van appellanten, die vanaf 1 oktober 1984 bijstand ontvingen op basis van de Algemene Bijstandswet (ABW). De bijstandsverlening werd beëindigd in oktober 1993 en opnieuw toegekend in maart 1994, maar werd later weer ingetrokken op basis van bevindingen van de sociale recherche die wezen op fraude en schending van de inlichtingenplicht. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 30 januari 2001, waarbij appellanten werden vertegenwoordigd door hun advocaat mr. B.T. Lamers en de gemeente Venlo door mr. M.H.L. Bovee.
De Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het herzieningsbesluit als grondslag voor het terugvorderingsbesluit heeft aangemerkt. De Raad stelt vast dat de terugvordering van bijstandsuitkeringen over een periode voor de inwerkingtreding van de Wet boeten, maatregelen, terug- en invordering sociale zekerheid niet afhankelijk is van een herzieningsbesluit. De Raad bevestigt dat de schending van de inlichtingenplicht door appellanten het mogelijk maakt om het recht op bijstand met terugwerkende kracht in te trekken. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens de beslissing over de vergoeding van het griffierecht, en verklaart het beroep van appellanten gegrond. De Raad oordeelt dat de besluiten tot intrekking en terugvordering onterecht zijn en dat de rechtsgevolgen van het vernietigde intrekkingsbesluit in stand blijven, met uitzondering van de periode waarin appellanten niet in de gemeente Venlo woonden.
De Raad veroordeelt de gemeente Venlo in de proceskosten van appellanten, die in totaal op f 2.840,-- worden begroot. De uitspraak wordt openbaar uitgesproken op 13 maart 2001.