ECLI:NL:CRVB:2001:ZB9143
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- S.P. Madunic
- J.C.F. Talman
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ontslagbesluit in het kader van privatisering van gemeentelijke taken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante A tegen het ontslagbesluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag. Appellante was werkzaam bij de Gemeentelijke X, waarvan de taken per 1 december 1996 zijn overgedragen aan de Stichting Y. Bij besluit van 20 september 1996 heeft gedaagde appellante eervol ontslag verleend in verband met de opheffing van de Gemeentelijke X. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit ontslag, maar gedaagde heeft dit bezwaar kennelijk ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante, voor zover gericht tegen de Overgangsregeling Privatisering X, niet-ontvankelijk verklaard en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij zich richtte tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de rechtbank.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte het beroep van appellante mede gericht heeft geacht tegen de Overgangsregeling. De Raad heeft vastgesteld dat gedaagde niet heeft voldaan aan de verplichting om een herplaatsingsonderzoek uit te voeren voordat het ontslagbesluit werd genomen. Dit is in strijd met het Ambtenarenreglement van de gemeente Den Haag. De Raad heeft het bestreden besluit van gedaagde vernietigd en bepaald dat gedaagde een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de bezwaren van appellante. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op f 2.130,-.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 25 januari 2001, waarbij de Raad de aangevallen uitspraak heeft vernietigd en het inleidend beroep alsnog gegrond heeft verklaard. Gedaagde moet het gestorte recht van appellante vergoeden.