ECLI:NL:CRVB:2001:AD9035
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- T. Hoogenboom
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen voorwaardelijk strafontslag van politieagent wegens plichtsverzuim
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieagent, appellant, tegen de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Roermond. De rechtbank had eerder geoordeeld over het voorwaardelijk strafontslag van appellant, dat was verleend wegens plichtsverzuim. Appellant was werkzaam als hoofdagent in de politieregio en had herhaaldelijk geen gevolg gegeven aan financiële verplichtingen, wat leidde tot meerdere derdenbeslagen. Het voorwaardelijk strafontslag was gebaseerd op artikel 77 van het Besluit algemene rechtspositie politie. Appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 11 oktober 2001, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat. De Raad oordeelde dat het besluit tot voorwaardelijk strafontslag en het vastgestelde plichtsverzuim als vaststaand moesten worden beschouwd. De Raad bevestigde dat aan de voorwaarden voor tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk strafontslag was voldaan, omdat appellant niet voldoende had gereageerd op het verzoek van gedaagde om openheid van zaken te geven over zijn financiële situatie.
De Raad oordeelde dat de ernst van het plichtsverzuim de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk ontslag rechtvaardigde. Appellant had verzuimd om zijn zienswijze naar voren te brengen voordat het besluit tot tenuitvoerlegging werd genomen, maar de Raad concludeerde dat dit niet tot vernietiging van het besluit leidde, aangezien appellant in de bezwaarfase alsnog zijn zienswijze had kunnen geven. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een schadevergoeding.