ECLI:NL:CRVB:2001:AB3118
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaken tussen ambtenaren en Korpsbeheerder
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep over de proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke geschillen tussen vier ambtenaren en de Korpsbeheerder van de politieregio Rotterdam-Rijnmond. De verzoekers, vertegenwoordigd door G.E.J. Splinter en M.D.W. Smit-van Valkenhoef van de ACP politie vakorganisatie, hadden hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam, waarin hun beroepen ongegrond waren verklaard. Na een nieuw besluit van de gedaagde op 9 april 2001, trokken de verzoekers hun hoger beroep in, maar vroegen zij wel om een proceskostenveroordeling voor zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.
De Raad heeft de verzoeken om proceskostenveroordeling afgewezen. De Raad overwoog dat de zaken van de verzoekers samenhangend waren met eerdere gedingen tussen collegae van de verzoekers en de gedaagde, waarbij al een proceskostenveroordeling was uitgesproken. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe proceskosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen, omdat de kosten van rechtsbijstand in de eerdere zaken al waren vergoed. De Raad benadrukte dat de kosten van rechtsbijstand voor de verzoekers niet als redelijkerwijs te maken waren aangemerkt, omdat verzoeker 3 zijn hoger beroep niet gelijktijdig met de anderen had ingetrokken.
De uitspraak van de Raad is van belang voor de interpretatie van samenhangende zaken in het bestuursrecht en de toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op proceskostenveroordelingen. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten van rechtsbijstand voor de verzoekers niet wezenlijk verschilden van die van hun collegae, waardoor de eerdere proceskostenveroordeling ook van toepassing was op deze zaak.