ECLI:NL:CRVB:2000:ZB9157
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.G. Treffers
- M.C.M. Hamer
- G.A.J. van den Hurk
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en leenbijstand onder de Algemene Bijstandswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch. De rechtbank had het beroep van gedaagde, een eiser afkomstig uit Iran, gegrond verklaard en het besluit van 29 januari 1997 van de gemeente vernietigd. Dit besluit betrof de aflossingsverplichting van een lening die aan eiser was verstrekt voor woninginrichting. Eiser had eerder een bijstandsuitkering ontvangen en had een lening ondertekend die hij in termijnen diende af te lossen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende had gemotiveerd waarom de aflossingsverplichting van de lening onverkort gehandhaafd moest blijven, wat in strijd was met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In hoger beroep heeft de Raad voor de Rechtspraak de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het bestreden besluit in strijd was met de wet. De Raad oordeelde dat de gemeente bij het nemen van het besluit van 20 november 1996 niet voldoende rekening had gehouden met de individuele omstandigheden van eiser. De Raad heeft de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, maar vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de proceskosten en het griffierecht. De gemeente werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser in hoger beroep, die werden begroot op f 1.420,--.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij besluiten over bijstandsverlening en de noodzaak om rekening te houden met de persoonlijke situatie van de aanvrager. De Raad heeft de uitspraak op 19 december 2000 gedaan, waarbij de betrokken rechters en de griffier aanwezig waren.