ECLI:NL:CRVB:2000:ZB9006
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- D.J. van der Vos
- R.M. van Male
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake vergoeding van opleiding voor arbeidsgehandicapte
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A tegen het Landelijk instituut sociale verzekeringen. Appellant is in aanmerking gebracht voor vergoeding van de opleiding Algemene ondernemersvaardigheden, maar heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van gedaagde om hem niet direct een computer met ISDN-aansluiting toe te kennen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het bezwaar van appellant ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat de beslissing van gedaagde om appellant eerst de opleiding te laten volgen voordat verdere voorzieningen worden toegekend, gerechtvaardigd is. De Raad wijst erop dat de aanvraag van appellant voor een computer moet worden geplaatst in de context van zijn verlangen om als zelfstandige te werken. De Raad concludeert dat de toekenning van de vergoeding voor de opleiding terecht is gedaan op basis van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA). De Raad benadrukt dat de voorzieningen die aan arbeidsgehandicapten worden toegekend, moeten bijdragen aan het behoud of herstel van de arbeidsgeschiktheid. De Raad ziet geen reden om de zienswijze van gedaagde te weerleggen, gezien de rapportage van de consulent en de eerdere pogingen van appellant om als zelfstandige inkomsten te verwerven. De Raad besluit dat de beslissing over de toekenning van een computer pas aan de orde komt na het succesvol afronden van de opleiding.