ECLI:NL:CRVB:2000:AA8164
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- A.M. Overbeeke
- J.Th. Wolleswinkel
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde uitkeringen op grond van de AAW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Assen. De rechtbank had het beroep van gedaagde tegen een besluit van het Lisv gegrond verklaard en het besluit vernietigd. Het Lisv had gedaagde, een veehouder, een bedrag van € 5.780,50 aan onverschuldigd betaalde uitkeringen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) teruggevorderd. De rechtbank oordeelde dat gedaagde redelijkerwijs niet kon weten dat zijn uitkering onterecht was betaald, omdat de terugvordering voortvloeide uit een onrechtmatig besluit van het Lisv. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Lisv de bevoegdheid miste om tot terugvordering over te gaan. De Raad stelde vast dat de hoogte van de winst in het bedrijf van gedaagde over de relevante jaren niet in verhouding stond tot de terugvordering. De Raad veroordeelde het Lisv in de proceskosten van gedaagde en bepaalde dat er een recht van € 675,- moest worden geheven.