ECLI:NL:CRVB:1998:ZB7910
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- H.A.A.G. Vermeulen
- Ch. de Vrey
- W.D.M. van Diepenbeek
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening na vernietiging ontslagbesluit
In deze zaak gaat het om een geschil tussen A., appellant, en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, gedaagde, over schadevergoeding na een vernietigd ontslagbesluit. De Centrale Raad van Beroep heeft eerder, op 18 juli 1996, het besluit van gedaagde om het dienstverband van appellant te beëindigen op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) vernietigd. De Raad heeft bepaald dat het onderzoek naar het verzoek om schadevergoeding heropend moest worden. Appellant heeft zijn verzoek om schadevergoeding nader onderbouwd met verschillende schadeposten, waaronder vertraging in salarisbetaling en fiscale schade.
Tijdens de zitting op 29 januari 1998 heeft appellant zijn schadeposten toegelicht, waarbij gedaagde zich heeft laten vertegenwoordigen door twee advocaten. De Raad heeft overwogen dat de berekening van de wettelijke rente over het achterstallige salaris niet alleen gebaseerd mag worden op het bruto bedrag, maar ook rekening moet houden met ontvangen uitkeringen. De Raad heeft het verzoek om vergoeding van vertragingsrente toegewezen, maar de schadepost met betrekking tot fiscale schade moet nog verder gespecificeerd worden. De Raad heeft gedaagde veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant en heeft appellant in de gelegenheid gesteld om een gespecificeerd verzoek in te dienen voor de vergoeding van belastingschade.
De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 23 april 1998, waarbij de Raad de gemeente Groningen heeft veroordeeld tot betaling van de proceskosten en heeft aangegeven dat appellant zich kan wenden tot de Raad voor verdere schadevergoeding.