ECLI:NL:CRVB:2007:BB4157
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van proceskosten en wettelijke rente na intrekking hoger beroep door appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op 21 september 2007 in het hoger beroep van appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep werd ingetrokken omdat het Uwv geheel tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. De Raad heeft vervolgens geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld. De proceskosten in hoger beroep zijn vastgesteld op € 322,--. Daarnaast heeft de Raad het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering aan appellante. De Raad verwijst hierbij naar eerdere uitspraken over de berekening van de wettelijke rente.
De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en socialezekerheidsrecht, waarbij de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn toegepast. De Raad heeft vastgesteld dat de nieuwe beslissing op bezwaar van 31 juli 2006 volledig aan de bezwaren van appellante tegemoetkwam, wat de basis vormde voor de veroordeling van het Uwv in de proceskosten en de schadevergoeding.
De uitspraak benadrukt het belang van de vergoeding van proceskosten en wettelijke rente in gevallen waar het bestuursorgaan aan de bezwaren van de indiener van het beroepschrift tegemoetkomt. De Raad heeft ook opgemerkt dat de kosten die appellante heeft gemaakt voor medische inlichtingen reeds door het Uwv en de rechtbank zijn beoordeeld, en dat deze kosten niet opnieuw in deze uitspraak zijn meegenomen. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier, J.E.M.J. Hetharie.