ECLI:NL:CRVB:1996:ZB6476
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- J.G. Treffers
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep inzake pensioenbesluiten na intrekking van de Spoorwegpensioenwet
In deze zaak gaat het om de vraag of de Centrale Raad van Beroep bevoegd is om kennis te nemen van het beroep van eiser A. inzake zijn ouderdomspensioen, dat hem is verleend op basis van de Spoorwegpensioenwet (Spw). De Spw is per 1 januari 1994 ingetrokken door de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds (Wp SPF). Eiser ontleent sindsdien zijn recht op pensioen aan een pensioenreglement dat valt onder de Pensioen- en Spaarfondsenwet. Het bestreden besluit betreft een bezwaar tegen een besluit van verweerder, het bestuur van de Stichting Spoorwegpensioenfonds, waarin is bepaald dat er geen aanleiding is om het pensioen van eiser te herzien. Verweerder ging ervan uit dat eiser in 1991 een verzoek om herziening had gedaan, maar de Raad oordeelt dat dit niet het geval is.
De Raad stelt vast dat de bevoegdheid om van het beroep kennis te nemen ligt bij de burgerlijke rechter, omdat de beslissingen die zijn genomen niet onder de bepalingen van artikel 32 van de Wp SPF vallen. De Raad concludeert dat de opvatting van verweerder dat de Raad toch bevoegd is, niet in overeenstemming is met de dwingende bepalingen van de wet. Aangezien eiser op aanwijzing van verweerder zijn beroep bij de Raad heeft ingesteld, wordt de Stichting Spoorwegpensioenfonds gelast het griffierecht van f 200,- aan eiser terug te betalen. De Raad verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.