ECLI:NL:CBB:2025:583
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Op 12 oktober 2025 heeft [naam] een verzoek ingediend tot wraking van mr. J.H. de Wildt, die als rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven de zaken met de nummers 22/2598, 23/186, 23/188, 23/189, 23/1394 en 24/810 behandelt. Dit verzoek werd op 22 oktober 2025 afgewezen. Vervolgens heeft [naam] op 25 oktober 2025 een nieuw verzoek om wraking ingediend. De zaken betreffen beroepen van [naam] tegen besluiten van de Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw) op basis van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005.
De behandeling van de zaken was gepland op 27 oktober 2025. Artikel 3, tweede lid, van de Wrakings- en verschoningsregeling bestuursrechterlijke colleges 2022 stelt dat een verzoek om wraking niet voorgelegd hoeft te worden aan de wrakingskamer als er evident geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden. In dit geval is er sprake van een volgend verzoek ten aanzien van dezelfde rechter, waarbij de gronden van het verzoek voornamelijk bestaan uit herhaalde verwijzingen naar eerdere uitspraken van mr. De Wildt en wettelijke bepalingen.
De behandelend kamer van het College heeft besloten dat het verzoek om wraking niet aan de wrakingskamer wordt voorgelegd, omdat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd. Deze beslissing is op 27 oktober 2025 telefonisch aan [naam] medegedeeld. Het College heeft derhalve besloten dat het verzoek om wraking niet in behandeling wordt genomen.