In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Klimaat en Groene Groei. De vennootschap had een subsidie aangevraagd voor de aanschaf van een warmtepomp, maar de minister heeft deze subsidie vastgesteld op € 0,-. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat de vennootschap de investering had gedaan voordat de subsidie was aangevraagd, wat in strijd is met het vereiste van stimulerend effect uit de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De vennootschap heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar het College oordeelde dat de minister terecht de subsidie op nihil had vastgesteld. De vennootschap had onjuiste gegevens verstrekt in de subsidieaanvraag, wat leidde tot de conclusie dat de minister de aanvraag had moeten afwijzen. Het College heeft het beroep gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, waardoor de vennootschap geen subsidie ontvangt. De minister is wel verplicht het griffierecht aan de vennootschap te vergoeden.