ECLI:NL:CBB:2025:297
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van subsidieverlening voor drempelmachine in het kader van Europese EZK- en LNV-subsidies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in het geschil tussen een aanvrager van subsidie en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De aanvrager had op 12 februari 2022 een subsidie van € 27.360,- aangevraagd voor de aanschaf van een ruggenfreesmachine, inclusief een drempelmachine. De minister heeft echter alleen subsidie verleend voor de drempelmachine, omdat volgens de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies, specifiek investeringscategorie C1, alleen de drempelmachine subsidiabel is. De minister heeft het bezwaar van de aanvrager tegen het subsidiebesluit ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door de aanvrager.
Tijdens de zitting op 19 maart 2025 heeft de aanvrager, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat de minister ten onrechte had geweigerd om subsidie voor de gehele machine te verstrekken, aangezien de drempelmachine niet zelfstandig kan functioneren. Het College heeft de argumenten van de aanvrager beoordeeld en geconcludeerd dat de minister terecht alleen subsidie voor de drempelmachine heeft verleend. De ruggenfreesmachine, die niet voldoet aan de subsidiabiliteitscriteria, komt niet in aanmerking voor subsidie, ook niet wanneer deze samen met de drempelmachine wordt aangeschaft.
De uitspraak van het College bevestigt de beslissing van de minister en verklaart het beroep ongegrond. De minister is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.