ECLI:NL:CBB:2025:277
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake plantenpaspoorten en handhaving Plantgezondheidswet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een boomkwekerij. De verzoeker, een B.V. die plantenpaspoorten afgeeft, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, waarin hem een last onder dwangsom werd opgelegd wegens overtredingen van de Plantgezondheidswet. De minister stelde dat de verzoeker plantenpaspoorten had afgegeven voor producten afkomstig van percelen die niet waren aangemeld bij Naktuinbouw, waardoor deze niet gekeurd waren. De verzoeker betwistte de noodzaak van jaarlijkse aanmelding van percelen en stelde dat de maatregelen de continuïteit van zijn bedrijf in gevaar brachten, vooral in het voorjaarsseizoen waarin een groot deel van de omzet gerealiseerd moet worden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, maar dat het belang van de minister om de naleving van de Europese regelgeving te waarborgen zwaarder woog dan het belang van de verzoeker. De voorzieningenrechter concludeerde dat het besluit van de minister niet de machtiging van de verzoeker om plantenpaspoorten af te geven introk, maar enkel bepaalde dat hij dit niet mocht doen voor niet aangemelde percelen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat het besluit het einde van zijn bedrijf zou betekenen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van naleving van de Plantgezondheidswet en de belangenafweging tussen individuele ondernemers en het algemeen belang van plantgezondheid.