ECLI:NL:CBB:2025:27
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenbeslissing inzake verschoningsrecht in tuchtprocedures tegen accountants
Op 16 januari 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een tussenbeslissing genomen in de hoger beroepsprocedures van [naam 1] en [naam 2] RA AA, geregistreerd onder de zaaknummers 21/392, 21/393, 24/121 en 24/122. De zaak betreft een tuchtprocedure waarin klager, een advocaat, zijn verschoningsrecht inroept ten aanzien van stukken die hij zelf heeft ingebracht ter onderbouwing van zijn tuchtklachten. Het College oordeelt dat klager in deze procedures geen beroep meer kan doen op zijn verschoningsrecht, omdat hij de betreffende e-mailberichten en adviezen zelf heeft ingediend. Dit betekent dat de wederpartij, [naam 2], zich zonder belemmeringen kan verweren tegen de inhoud van deze stukken. Het College benadrukt het belang van een eerlijk proces en het beginsel van wapengelijkheid, en stelt dat de vertrouwelijkheid van de stukken jegens derden gewaarborgd blijft door het verschoningsrecht van klager buiten deze procedures. De beslissing houdt in dat [naam 1] niet meer vrijstaat om zijn verschoningsrecht in te roepen in deze procedure en dat [naam 2] de gelegenheid krijgt om de gronden van zijn hoger beroep aan te vullen binnen vier weken na deze tussenbeslissing. De behandeling van de zaak is uitgesteld tot na deze termijn.