ECLI:NL:CBB:2025:236
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak over subsidie aanvraag COVID-19
Op 13 maart 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een ondernemer die in verzet ging tegen een eerdere uitspraak van 25 juni 2024, waarin zijn beroep tegen een besluit van de minister van Economische Zaken ongegrond werd verklaard. Dit besluit betrof de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar tegen de subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 voor het eerste kwartaal van 2021, vanwege termijnoverschrijding. De ondernemer stelde dat hij het besluit nooit had gezien en dat hij pas later op de hoogte was geraakt. Hij voerde aan dat de coronacrisis zijn persoonlijke omstandigheden had bemoeilijkt, wat hem zou hebben verhinderd om tijdig te reageren.
Het College oordeelde echter dat de overschrijding van de termijn aan de ondernemer zelf was toe te rekenen. De ondernemer had erkend dat hij het notificatiebericht had ontvangen, wat betekende dat hij op de hoogte had kunnen zijn van het besluit. Het College concludeerde dat de persoonlijke omstandigheden van de ondernemer niet zodanig waren dat ze de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en bleef de eerdere uitspraak in stand, waarmee de procedure werd beëindigd.