ECLI:NL:CBB:2025:163
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen eerdere uitspraak over omzetbegrip in COVID-19 subsidie regeling
Op 25 februari 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een mondelinge uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een onderneming die verzet heeft aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College van 15 oktober 2024, waarin de beroepen van de onderneming tegen besluiten van de minister van Economische Zaken van 4 januari 2023 kennelijk ongegrond zijn verklaard. De onderneming betoogde dat het omzetbegrip niet correct werd toegepast, omdat er vanuit werd gegaan dat de datum op de factuur bepalend was voor de omzet, terwijl volgens de onderneming de omzetbedragen zouden moeten vallen in de periode waarin de diensten daadwerkelijk zijn geleverd. Dit zou in lijn zijn met het jaarrekeningenrecht en de regels van de NOW en het omzetbegrip zoals gedefinieerd in de TVL.
Het College heeft echter vastgesteld dat de onderneming in het verzet niets heeft aangevoerd dat zou kunnen leiden tot de conclusie dat de eerdere uitspraak onjuist was. In de eerdere uitspraak is al ingegaan op het betoog van de onderneming over het factuurstelsel en is er verwezen naar jurisprudentie die het standpunt van de minister ondersteunt. Het College concludeert dat het verzet ongegrond is en dat de zaken met deze uitspraak zijn geëindigd.