ECLI:NL:CBB:2024:940
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek subsidie COVID-19 door de minister van Economische Zaken
Op 9 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 24/425. De zaak betreft een herzieningsverzoek van een ondernemer met betrekking tot de subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling. De ondernemer had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van de subsidie over het derde kwartaal van 2021, maar de minister van Economische Zaken had dit bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De ondernemer verzocht om herziening van deze beslissing, maar de minister heeft dit verzoek afgewezen.
In de uitspraak oordeelt het College dat de minister het herzieningsverzoek terecht heeft afgewezen. Er zijn geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die aanleiding geven tot herziening, zoals bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht. Het College concludeert dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet evident onredelijk is. De ondernemer heeft aangevoerd dat de afwijzing financiële gevolgen voor haar heeft, maar dit maakt de afwijzing niet onredelijk. Het College verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond.
De uitspraak is mondeling gedaan en vastgelegd in een proces-verbaal. De rechter in deze zaak was mr. R.W.L. Koopmans, en de griffier was mr. I.E. van de Geest. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 december 2024.