ECLI:NL:CBB:2024:816
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling minister tot vergoeding proceskosten in samenhangende beroepszaken
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 5 november 2024, wordt de minister van Economische Zaken veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in een beroepszaak. De zaak betreft een maatschap die in beroep is gegaan tegen een besluit van de minister. Het College stelt vast dat de minister aan de maatschap is tegemoetgekomen, wat aanleiding geeft om de minister in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het College over voldoende informatie beschikt om tot een beslissing te komen.
De proceskosten worden vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Het College merkt op dat deze beroepszaak samenhangt met nog 30 andere beroepszaken. Hierdoor wordt de hoogte van de proceskosten vastgesteld op een totaalbedrag van € 3.100,-, wat neerkomt op € 100,- per beroepszaak. Dit bedrag is vastgesteld in overeenstemming met de regels van het Bpb, waarbij rekening is gehouden met de samenhang van de zaken.
De uitspraak benadrukt dat de minister al eerder een vergoeding in bezwaar heeft toegekend aan de maatschap, en dat er geen aanleiding is voor een nadere kostenveroordeling in bezwaar. Het College wijst ook op de verplichting van de minister om de kosten van het griffierecht te vergoeden, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.