2.2Het toepasselijke wettelijke kader is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak
Standpunt van de vennootschap
3 De vennootschap voert in beroep aan dat de KvK ten onrechte uit het certificaat heeft afgeleid dat de vennootschap niet meer bestaat en haar daarom ten onrechte heeft uitgeschreven uit het handelsregister. De vraag of de vennootschap bestaat, wordt volgens de BCA beheerst door het recht van de BM. In de BM wordt een 'certificate of discontinuance’ afgegeven als de naar het recht van BM opgerichte rechtspersoon is verplaatst naar een ander land en de rechtspersoon naar het recht van dat andere land voortleeft. Het ‘certificate of discontinuance’ is gebaseerd op een verklaring over het voortbestaan onder buitenlands recht (een continueringsverklaring). Zo’n continuering is alleen mogelijk in landen die niet, zoals Nederland, het incorporatiestelsel kennen, maar die het systeem van de ‘reële zetel’ kennen. In Nederland is een dergelijke continuering niet mogelijk, zodat het certificaat niet had mogen worden afgegeven en ten onrechte de status ‘discontinued’ in de registry is opgenomen. Tijdens de zitting heeft de bestuurder verduidelijkt dat de vennootschap verkeerd is geadviseerd en dat de opgave een fout was. Inmiddels heeft de vennootschap in de BM opdracht gegeven tot het ongedaan maken van haar inschrijving tot ‘discontinuance’ in de registry, om de vennootschap te doen herleven. Ter zitting heeft de gemachtigde van de vennootschap toegelicht dat deze inschrijving spoedig ongedaan zal worden gemaakt door de registry. Ook de KvK heeft de vennootschap dus ten onrechte uitgeschreven uit het handelsregister en ook zij dient de uitschrijving ongedaan te maken. De vennootschap is immers altijd blijven voortbestaan. Zij beschikt over beleggingen en vorderingen. Verder voert de vennootschap aan dat de KvK haar niet mocht uitschrijven met als reden dat niet aan de verplichting, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Wfbv zou zijn voldaan. Niet-naleving van dit voorschrift leidt niet tot een verplichting voor de KvK om de vennootschap uit te schrijven. Het is een voorschrift dat in het leven is geroepen om te voorkomen dat niet-bestaande buitenlandse rechtspersonen in het handelsregister worden ingeschreven. Uit de Hrw, het Hrb en Wfbv blijkt niet dat bewijs van inschrijving in het buitenland vereist is om in het handelsregister ingeschreven te blijven staan. Als een formeel buitenlandse vennootschap bestaat - al dan niet in een vereffeningsfase - met een onderneming of vestiging in Nederland, moet zij in het handelsregister staan ingeschreven.
4 De KvK stelt zich op het standpunt dat de vennootschap terecht is uitgeschreven uit het handelsregister. De vennootschap is een formeel buitenlandse vennootschap waarop het recht van de BM van toepassing is. Omdat is gekozen voor de jurisdictie van de BM, die niet behoren tot de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, is een eenvoudige zetelverplaatsing naar Nederland niet mogelijk. Voor een zetelverplaatsing moet een nieuwe Nederlandse entiteit worden opgericht, waaraan het vermogen van de vennootschap moet worden overgedragen. De juridische betekenis van de in bezwaar overgelegde verklaring van de bestuurders van de vennootschap van 22 december 2020 aan de registry, dat voortzetting van de vennootschap onder Nederlands recht is toegestaan en dat de vennootschap hieraan voldoet, is daarom onzeker. Doordat de vennootschap per 12 mei 2021 is stopgezet en niet meer staat ingeschreven in de registry, kan bovendien niet worden voldaan aan de verplichting uit artikel 5, derde lid, van de Wfbv.
Beoordeling door het College