ECLI:NL:CBB:2024:771
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in subsidieaanvraag COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 oktober 2024 uitspraak gedaan in het kader van een beroep tegen een besluit van de minister van Economische Zaken. De zaak betreft een subsidie voor vaste lasten in het kader van de COVID-19-regeling. De onderneming, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft het beroepschrift te laat ingediend. De minister heeft aangetoond dat het besluit op 6 februari 2023 is verzonden, met een beroepstermijn die eindigde op 20 maart 2023. Het beroepschrift is echter pas op 28 maart 2023 door het College ontvangen, wat betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat de tenaamstelling op het besluit niet correct was en het besluit niet aangetekend was verzonden. De gemachtigde was bovendien overspannen en kon daardoor geen beroepschrift indienen. Het College oordeelde echter dat het niet indienen van het beroepschrift binnen de termijn aan de onderneming kon worden toegerekend, aangezien het besluit naar het juiste adres was verzonden. Zelfs als de gemachtigde het besluit op 21 februari 2023 had ontvangen, had hij nog steeds voldoende tijd gehad om een (pro forma) beroepschrift in te dienen. De minister was bovendien niet wettelijk verplicht om het besluit aangetekend te verzenden. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij de rechter verhinderd was de uitspraak te ondertekenen.