ECLI:NL:CBB:2024:770
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in subsidieaanvraag COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 oktober 2024 uitspraak gedaan in het beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken. Het beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De minister had het besluit waartegen het beroep zich richtte op 14 april 2023 verzonden, en de termijn voor het indienen van het beroep eindigde op 26 mei 2023. Het beroepschrift werd echter pas op 13 juli 2023 door het College ontvangen.
De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat het besluit niet aangetekend was verzonden en ten onrechte aan een medewerker was gericht in plaats van aan de gemachtigde. Het College oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet aan de onderneming kon worden toegerekend. Het besluit was naar het juiste adres verzonden, en de verrichtingen van de medewerker vielen onder de verantwoordelijkheid van de onderneming.
Het College benadrukte dat de minister niet wettelijk verplicht was om het besluit aangetekend te verzenden. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, en de rechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. De griffier heeft de uitspraak vastgelegd in een proces-verbaal.